De Oriëntatiefase is de eerste fase van de Wegwijzer. Hier bekijkt u in een aantal stappen of het NNN beschermingsregime van toepassing is. Onderdeel daarvan is beoordelen of de ontwikkeling binnen het geldende ruimtelijke plan past.
1. Ligt de locatie (deels) binnen het NNN?
De gemeente en/of initiatiefnemer kijken of de locatie van de activiteit binnen het NNN ligt of de bijbehorende natuurverbindingen raakt. Met behulp van de viewer van de Omgevingsverordening kan worden vastgesteld of de locatie van de voorgenomen activiteit zich in het NNN bevindt.
-
Handleiding bekijken WKW's viewer Omgevingsverordening NH2020
- Ga naar: NNN, BPL en stiltegebieden beschrijvingen (noord-holland.nl). In deze viewer kunt u informatie vinden over de provinciale beschermingsregimes NNN (Natuurnetwerk Nederland), BPL (Bijzonder Provinciaal Landschap) en stiltegebieden. Informatie over de overige provinciale beschermingsregimes in Noord-Holland kunt u vinden op de digitale kaart (viewer) van de omgevingsverordening NH2020.
- Wilt u naar een specifieke locatie? Bovenaan het scherm kunt u in de zoekbalk een adres of perceelnummer intypen of op de kaart klikken op de gewenste locatie.
- Voor het bekijken van de WKW’s van het NNN dient het vakje “Natuurnetwerk Nederland (NNN)” aan de linkerzijde in het scherm aangevinkt te zijn.
(Informatie over de overige provinciale beschermingsregimes in Noord-Holland kunt u vinden op de digitale kaart / viewer van de omgevingsverordening NH2020.) - Klik op de specifieke locatie waar u informatie over wilt hebben. Er verschijnt een scherm waar u verder kunt klikken om een gedetailleerde beschrijving van het gebied te raadplegen: een pdf-bestand met daarin de wezenlijke kenmerken en waarden (resp. de kernkwaliteiten BPL) van het gebied.
- Indien een activiteit zich in de nabijheid bevindt van een natuurverbinding (indicatieve lijn op de kaart), dan is het mogelijk dat de activiteit toch binnen de werkelijke grenzen van deze natuurverbinding valt en dus in het NNN. In dit geval dienen de werkelijke afmetingen van de natuurverbinding door de initiatiefnemer te worden achterhaald middels ecologisch onderzoek. Zo kan worden bepaald of de activiteit (deels) binnen het NNN valt.
In de viewer kunt u tevens de andere provinciale beschermingsregimes en werkingsgebieden raadplegen zoals onder andere het Bijzonder Provinciaal Landschap (BPL, met daarin het Habitat voor weidevogels) of Natura 2000.
De NNN-gebieden in de viewer hebben een duidelijke omlijning. Hierdoor is het duidelijk te zien of een activiteit binnen de NNN-gebieden valt. De ingetekende natuurverbindingen daarentegen zijn indicatief, als lijnen op de kaart, aangegeven. Bijvoorbeeld: een natuurverbinding die over een watergang heen is getekend zegt niet alleen iets over de betreffende watergang als natuurverbinding, ook de oevers van de watergang kunnen een belangrijke functie hebben voor deze natuurverbinding. De werkelijke grenzen van de natuurverbinding kunnen dus afwijken van de indicatieve lijnen op de kaart.
Indien een activiteit zich in de nabijheid bevindt van een natuurverbinding (indicatieve lijn op de kaart), dan is het mogelijk dat de activiteit toch binnen de werkelijke grenzen van deze natuurverbinding valt en dus in het NNN. In dit geval dienen de werkelijke afmetingen van de natuurverbinding door de initiatiefnemer te worden achterhaald middels ecologisch onderzoek. Zo kan worden bepaald of de activiteit (deels) binnen het NNN valt.
Nee, de activiteit ligt niet (deels) binnen het NNN
De activiteit ligt niet in het NNN en raakt geen natuurverbindingen. De activiteit kan dan in principe doorgaan voor wat betreft de regels van het NNN. De toets van artikel 6.43 van de Omgevingsverordening is niet nodig.
Bij een activiteit in de nabijheid van het NNN moet de gemeente in het kader van een goede ruimtelijke ordening beoordelen of de gevolgen van het plan aanvaardbaar zijn, gelet op de nabijheid van het NNN.
Ook dient de gemeente te checken of aan de andere regels van de provinciale Omgevingsverordening wordt voldaan. Activiteiten waarbij provinciale regels aan de orde zijn (provinciaal belang) worden door de gemeente aangemeld bij het loket ruimtelijke plannen van provincie Noord-Holland.
Voor een volledig beeld van de regels op rijks, provinciaal en gemeentelijk niveau die gelden op een bepaalde locatie of voor een bepaalde activiteit neemt de initiatiefnemer contact op met de betreffende gemeente. De gemeente bekijkt of het plan voldoet aan de regels en geeft aan welke vergunningen, ontheffingen enzovoort er nog meer nodig zijn. Aandachtspunten zijn onder andere de Wet natuurbescherming, de Kaderrichtlijn water en een goede ruimtelijke ordening.
U bent aan het einde gekomen van de Wegwijzer.
Ja, de locatie ligt (deels) binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN)
Als de locatie wél (deels) in het NNN ligt dient geïnventariseerd te worden of de activiteit binnen het ruimtelijk plan van de gemeente past. Om de voorgenomen activiteit goed te kunnen beoordelen, is het eerst nodig om deze concreet te maken met een planbeschrijving.
.
2. Initiatiefnemer beschrijft de concrete activiteit
Om de voorgenomen activiteit goed te kunnen beoordelen, is het nodig om deze concreet te maken met een planbeschrijving, waarin in ieder geval wordt ingegaan op:
- oppervlaktebeslag, is er sprake van bebouwing en zo ja wat is de oppervlakte van de bebouwing of verharding (binnen het NNN)?
- exacte locatie, adres, kavelnummer(s);
- beoogde activiteit(en) / de aard van de activiteit(en); wat gaat er precies gebeuren?
- gebruikstijden, vinden de activiteiten de hele dag / het hele jaar plaats, of niet?
Ook tijdelijke voorzieningen, zoals een tijdelijk baggerdepot, of activiteiten die alleen plaatsvinden tijdens de bouwfase van een project, kunnen het NNN aantasten. Er is geen vaste periode te benoemen waarbinnen activiteiten of werkzaamheden geen aantasting van het NNN tot gevolg zouden hebben. De aantasting wordt altijd bepaald in relatie tot de in het gebied voorkomende wezenlijke kenmerken en waarden. Als de activiteit concreet is gemaakt kan de gemeente vervolgens (eventueel samen met de initiatiefnemer) bekijken of deze past binnen het ruimtelijk plan van de gemeente.
3. Past de activiteit binnen het geldende ruimtelijk plan?
Om te inventariseren of een activiteit binnen het ruimtelijk plan van de gemeente past, is het raadzaam dat de initiatiefnemer contact opneemt met de gemeente(n) waar de betreffende activiteit gepland of gewenst is. Op het landelijke portal Ruimtelijkeplannen.nl zijn per gemeente en adres alle (voor)ontwerp- en recente vastgestelde ruimtelijke plannen vinden. Oude plannen zijn soms alleen op papier op het gemeentehuis te bekijken.
Ja, de activiteit past binnen het geldende ruimtelijk plan
Als de activiteit past binnen het geldende ruimtelijk plan, dan zijn de instructieregels van de Omgevingsverordening - en hiermee ook de NNN-regels - niet van toepassing. In principe kan de activiteit doorgaan voor wat betreft de regels van de NNN. Wel dient de gemeente te checken of aan de andere regels van de provinciale Omgevingsverordening wordt voldaan. Activiteiten waarbij provinciale regels aan de orde zijn (provinciaal belang) worden door de gemeente aangemeld bij het loket ruimtelijke plannen van provincie Noord-Holland.
Voor een volledig beeld van de regels op rijks, provinciaal en gemeentelijk niveau die gelden op een bepaalde locatie of voor een bepaalde activiteit neemt de initiatiefnemer contact op met de betreffende gemeente. De gemeente bekijkt of het plan voldoet aan de regels en geeft aan welke vergunningen, ontheffingen enzovoort er nog meer nodig zijn. Aandachtspunten zijn onder andere de Wet natuurbescherming, de Kaderrichtlijn water en een goede ruimtelijke ordening.
U bent aan het einde gekomen van de Wegwijzer.
Nee, de activiteit past niet binnen het geldende ruimtelijk plan
Als de activiteit niet binnen het geldende ruimtelijk plan past, dan zijn de instructieregels van de Omgevingsverordening - en hiermee ook de NNN-regels - van toepassing. De activiteit kan niet zomaar binnen het geldende ruimtelijk plan worden uitgevoerd. Voor wat betreft het NNN dient de activiteit door de gemeente getoetst te worden aan artikel 6.43 van de Omgevingsverordening NH2020. In deze fase is het zinvol om eerst te bekijken of de activiteit wel in het NNN móet plaatsvinden of dat het ook op een andere locatie kan.
4. Is er een alternatieve locatie voor deze activiteit aanwezig, buiten het NNN?
Als de activiteit niet binnen het geldende ruimtelijk plan past, dan zijn de instructieregels van de Omgevingsverordening - en hiermee ook de NNN-regels - van toepassing. De activiteit kan niet zomaar binnen het geldende ruimtelijk plan worden uitgevoerd. Voor wat betreft het NNN dient de activiteit door de gemeente getoetst te worden aan artikel 6.43 van de Omgevingsverordening NH2020. In deze fase is het zinvol om eerst te bekijken of de activiteit wel in het NNN móet plaatsvinden of dat het ook op een andere locatie kan.
Het is altijd goed om te bekijken of er alternatieven zijn voor het plan. Het NNN is namelijk primair een gebied voor natuurontwikkeling. Kijk daarom naar alternatieven, bijvoorbeeld door het plan/ de activiteit op een andere wijze uit te voeren of het naar een andere locatie te verplaatsen, zodat er geen sprake is van aantasting.
Ja, er is een alternatieve locatie mogelijk, buiten het NNN
Indien er een geschikte alternatieve locatie buiten het NNN ligt kan de activiteit buiten het NNN geplaatst worden. De regels voor NNN, neergelegd in artikel 6.43, zijn dan niet van toepassing en een toets aan artikel 6.43 van de Omgevingsverordening is niet aan de orde. Gaat het om een activiteit in de nabijheid van het NNN, dan moet de gemeente in het kader van een goede ruimtelijke ordening beoordelen of de gevolgen van het plan aanvaardbaar zijn, gelet op de nabijheid van het NNN.
De gemeente te dient te controleren of ook aan de andere regels van de provinciale Omgevingsverordening wordt voldaan. Activiteiten waarbij provinciale regels aan de orde zijn (provinciaal belang) worden door de gemeente aangemeld bij het loket ruimtelijke plannen van provincie Noord-Holland.
Voor een volledig beeld van de regels op rijks, provinciaal en gemeentelijk niveau die gelden op een bepaalde locatie of voor een bepaalde activiteit neemt de initiatiefnemer contact op met de betreffende gemeente. De gemeente bekijkt of het plan voldoet aan de regels en geeft aan welke vergunningen, ontheffingen enzovoort er nog meer nodig zijn.Aandachtspunten zijn onder andere de Wet natuurbescherming, de Kaderrichtlijn water en een goede ruimtelijke ordening.
U bent aan het einde gekomen van de Wegwijzer.
Nee, er is geen alternatieve locatie mogelijk buiten het NNN
De activiteit kan niet zomaar doorgaan voor wat betreft de regels van het NNN.
De gemeente dient vervolgens te bekijken of het wenselijk is om het ruimtelijk plan aan te passen of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse afwijking te verlenen zodat het plan kan worden uitgevoerd.
5. Gemeentelijke afweging: aanpassing ruimtelijk plan voor deze activiteit?
In deze stap maakt de gemeente een afweging over de wenselijkheid van de activiteit op deze locatie. Hierbij wordt alle informatie uit de vorige stappen meegenomen en afgewogen, zoals: eventuele alternatieven, de aard en noodzaak van de activiteit, toekomstige ontwikkeling van het gebied of andere regels op rijks, provinciaal en gemeentelijk niveau waar rekening mee gehouden moet worden. De uitkomst van deze stap is dat de gemeente vóór of tegen de aanpassing van het ruimtelijk plan is voor deze activiteit.
Nee, de gemeente is niet bereid het ruimtelijk plan aan te passen
De conclusie van de gemeentelijke afweging is dat deze niet bereid is het ruimtelijk plan aan te passen, bijvoorbeeld omdat er andere regels (bijvoorbeeld gemeentelijke of andere provinciale regels) zijn waaraan de activiteit niet voldoet. De gemeente staat dus negatief tegenover de activiteit. De activiteit kan geen doorgang vinden.
U bent aan het einde gekomen van de Wegwijzer.
Ja, de gemeente is bereid het ruimtelijk plan aan te passen
De conclusie van de gemeentelijke afweging is dat deze bereid is het ruimtelijk plan aan te passen, omdat het plan mogelijk aan de regels van het NNN kan voldoen én andere regels (bijvoorbeeld gemeentelijke of andere provinciale regels) niet in de weg lijken te staan. De gemeente staat dus positief tegenover de activiteit en gaat in vooroverleg met de provincie hierover.
6. Vooroverleg gemeente en provincie
Als de gemeente positief staat tegenover de activiteit en bereid is om het ruimtelijk plan aan te passen dient er hierover vooroverleg te worden gevoerd met de provincie. In dat overleg wordt onder andere besproken of de activiteit kans van slagen heeft gelet op de te verwachten effecten. Het overleg tussen gemeente en provincie wordt breed gevoerd waarbij verschillende thema’s aan bod komen (mobiliteit, landbouw, woningbouw etc.) en geeft dus een indicatie van de haalbaarheid van het plan. Het vooroverleg start met het aanmelden van het plan bij het loket ruimtelijke plannen van provincie Noord-Holland.
Voor het NNN kan de uitkomst zijn dat het plan in eerste instantie haalbaar lijkt, dus dat er verwacht wordt dat er aan de NNN regels van de Omgevingsverordening kan worden voldaan. Er is echter eerst nog ecologisch onderzoek nodig om dit aan te tonen.
7. Is de activiteit haalbaar gelet op de te verwachten effecten?
Nadat de verschillende thema’s zijn besproken tussen gemeente en provincie geeft de provincie aan of het plan haalbaar lijkt.
Nee, de activiteit lijkt niet haalbaar
De provincie adviseert om de activiteit niet uit te voeren. Mogelijk kan het plan worden aangepast (bv. locatiewijziging of planwijziging) zodat dit wel haalbaar is. Begin in dat geval opnieuw bovenaan in fase 1: Oriëntatie.
Ja, de activiteit lijkt onder voorwaarden haalbaar
Als de activiteit haalbaar lijkt is er ecologisch onderzoek nodig om de effecten op het NNN in kaart te brengen (zie fase 2: Ecologisch onderzoek).