De planologische bescherming van het NNN
De bescherming van het NNN heeft zijn oorsprong in het Bkl (Besluit kwaliteit leefomgeving) van de Omgevingswet. Het ruimtelijk beleid voor het NNN (de planologische bescherming) is vastgelegd in de Omgevingsverordening NH2022. De planologische bescherming van het NNN is opgenomen in paragraaf 6.2.5, subparagraaf 6.2.5.1, artikel 6.51 t/m 6.54 en bevat drie hoofdlijnen:
- Gemeenten moeten regels stellen voor de bescherming, instandhouding en ontwikkeling van de ‘wezenlijke kenmerken en waarden’ (WKW's) van het NNN. Dat doen gemeenten in het ruimtelijk plan, zoals een bestemmingsplan of omgevingsplan dat binnen de grenzen van het NNN valt. De wezenlijke kenmerken en waarden van het NNN zijn vastgelegd per gebied en staan in bijlage 6 van de Omgevingsverordening NH2022. Ook zijn ze te bekijken in de viewer Werkingsgebieden OV NH2022 en beschrijvingen beschermingsregimes.
- Ruimtelijke plannen mogen geen nieuwe activiteiten in het NNN mogelijk maken, die leiden tot:
- aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden;
- vermindering van het oppervlak van het NNN;
- vermindering van de samenhang binnen het NNN,
tenzij het plan valt onder een van de drie uitzonderingen op dit verbod, die zijn opgenomen in de Omgevingsverordening NH2022, artikel 6.54, eerste lid:
Uitzondering a: groot openbaar belang, geen reële alternatieven en mitigerende maatregelen (GOB)
Uitzondering b: de meerwaardebepaling (MWB)
Uitzondering c: beperkte toevoeging of wijziging van bestaande activiteiten (BTWA)
- Gedeputeerde Staten hebben de bevoegdheid om de begrenzing van het NNN en natuurverbindingen aan te passen (artikel 6.55 lid 1 en 2):
- Mits de kwaliteit en oppervlakte van het NNN niet achteruitgaat en de samenhang tussen de gebieden wordt behouden.
- Ter verbetering van kennelijke onjuistheden.
De derde hoofdlijn komt in deze Wegwijzer verder niet aan de orde omdat het een bevoegdheid van Gedeputeerde Staten betreft. Een gemeente of de initiatiefnemer kan hier zelf geen gebruik van maken. Meer informatie staat in de Toelichting op de Omgevingsverordening NH2022.
De gemeente is verantwoordelijk voor het ruimtelijk plan en is verplicht om bij nieuwe ruimtelijke plannen of planwijzigingen de omgevingsverordening toe te passen. Om te voorkomen dat de provincie een zienswijze moet indienen voor een ruimtelijk plan dat al in ontwerp is vastgesteld, vindt in de initiatieffase van een plan in het NNN overleg plaats tussen gemeente en provincie. Hierin wordt besproken of en hoe het initiatief past binnen de regels van de Omgevingsverordening. Indienen van nieuwe ruimtelijke plannen of activiteiten gebeurt door de gemeente via het Loket Indienen ruimtelijke plannen. Voor vragen hierover kunt u mailen naar RO-info@noord-holland.nl.
Sommige nieuwe activiteiten worden niet via een gemeentelijk ruimtelijk plan mogelijk gemaakt, maar via rijks- of provinciale plannen. Voor rijksplannen geldt de omgevingsverordening niet. Wel zal het Rijk (zoveel mogelijk) besluiten in overeenstemming met het provinciaal ruimtelijk beleid. Provinciale plannen zijn uiteraard in overeenstemming met de omgevingsverordening.